dinsdag 13 januari 2015

De gewone moslim als tegengif



Praten in plaats van schieten

Zouden ze nog leven? Dat vragen we ons vaak af als we weer beelden zien van de burgeroorlog in Syrië, van de verwoestingen in steden als Homs, Hama en Aleppo. Hoe zou het zijn in de dorpen, met de vriendelijke en vredelievende mensen die we hebben ontmoet?

Als je steeds maar aanslagplegers op televisie ziet die Allahu Akbar roepen, dan lijken alle moslims uit op geweld. Maar reizend door het Syrië van voor de oorlog, door Jordanië, door Iran ontmoet je slechts vreedzame en open mensen. Net als iedereen in het Westen zoeken ze voor zichzelf en hun kinderen  een beetje voorspoed in het leven, zijn ze blij met een eerste computer, blijken ze nieuwsgierig naar bezoekers uit het Westen en zien ze in toeristen een teken van vooruitgang en toenadering.

Als beelden maar vaak genoeg worden herhaald, dan staan ze in je geheugen gegrift. Dat geldt voor de neergeschoten politieman op de stoep bij de aanslag in Parijs. Maar ook voor de vliegtuigen die in de Twin Towers vlogen. Ik kon de herhalingen niet meer aanzien! Of indertijd de stilstaande treinen. Ik was als verslaggever bij de Molukse treinkapingen. Jarenlang ging mijn hart sneller kloppen als ik een stilstaande trein in een landschap zag staan, die even wachtte voor een rood sein.

Tegengif

De Allahu Akbar-roepers met hun kalasjnikovs en de repeterende beelden van hun schietpartijen verpesten het voor al hun gewone geloofsgenoten. De islam dreigt identiek te worden met geweld en gevaar. Niet iedereen heeft de gelegenheid gehad om voldoende tegengif op te doen. Door te reizen in Syrië en in een willekeurig dorp op bezoek te gaan bij een gewoon gezin. Een vader die zijn vrouw en veertien kinderen onderhoudt dankzij zijn olijfbomen. De dorpsonderwijzer wordt er bij gehaald om een goed gesprek aan te gaan met de bezoekers uit het verre Nederland. In de Koran zoeken ze voor ons gezamenlijke grond in de Soerat Marjam, die vertelt over de maagd Maria en de geboorte van Jezus. Dochters zetten zoete thee met in het kookwater veel suiker. Mannen en vrouwen zitten op de grond op tapijten en slechten samen de taalbarrières, waarbij humor en misverstanden elkaar afwisselen.

Als je dat meemaakt, dan weet je: aan die gewone moslims ligt het niet dat een stel malloten uit hun bol gaat en mensen dood schiet.


In een ander Syrisch plattelandsdorp komen we binnen bij een iets welgestelder gezin. Dat blijkt uit hun eerste computer met internetverbinding die de man trots toont. Het is dan nog 2007. Ver weg in Damascus heerst de dictatoriale president Bashar al-Assad, maar hier verder naar het oosten komen gastvrij de zelfgemaakte hapjes en speciale thee op tafel. De man showt zijn pc en de vrouw haar trouwfoto’s en samen zijn ze trots op hun vijf kinderen, die ze zo graag in voorspoed en vrede zien opgroeien. De oudste studeert dan al in Aleppo. Als ik aan hen denk, schuiven de beelden van verwoeste steden er altijd tussen. Al dat oorlogsgeweld van een paar jaar later. Hoe hebben ze dat doorstaan? Of niet?

Respecteren

Op reis in Jordanië blijkt Joke in de vrouwenmoskee een geliefd en bijna geliefkoosd object. Ze krijgt uitnodigingen om bij de een op bezoek te komen en bij de ander en bij nog een volgende. Als we bij een vrouw en haar dochter thuis aanschuiven en bijna verlegen zien hoeveel lekkers op tafel komt, blijken ook de gesprekken weer even open als tijdens eerdere ontmoetingen. Natuurlijk zijn ze moslim en daar voelen ze zich goed bij. Maar ze staan open voor andere culturen en opvattingen. De volwassen dochter heeft getolkt voor de Amerikanen in Irak en heeft ook in de VS gestudeerd. Ze draagt geen hoofddoek, maar ze sluit niet uit dat in de toekomst misschien wel eens te gaan doen. Dat maakt ze zelf wel uit. Nee, met een Amerikaan wil ze niet trouwen. De partner die ze zelf zal kiezen, moet wel bij haar cultuur en opvattingen passen. Maar tegelijk haar vrijheid respecteren.

Schietgrage terroristen laten mensen denken dat hun landen van herkomst achterlijk zijn en in onvrijheid gedompeld. Op eigen houtje reizend door het Syrië van vóór de huidige burgeroorlog en door Jordanië, krijg je gelukkig een heel ander beeld. Van arm tot rijk hoopt iedereen op vrede en veiligheid en een goede toekomst voor de kinderen.


 Veelkleurig Iran

En in Iran dan, het land dat jarenlang het grootste gevaar vormde volgens de VS? Daar is het niet wezenlijk anders, blijkt in 2013. De volledig omhulde vrouwen in de zwarte chadors die steeds op de Westerse tv-schermen figureren, blijken een minderheid in het kleurrijke straatbeeld. Jongelui lopen er maar weinig anders bij dan in een gemiddeld Westers land. Uitgezonderd natuurlijk de hoofddoek die vrouwen wettelijk verplicht zijn te dragen, maar die bij menigeen ver op het achterhoofd wordt geschoven.


In de privacy van de huiskamer gaan niet alleen de  lange rokken uit, maar vallen ook de reserves weg om over politiek en religie te praten. Binnen de brede middenklasse die het hoogontwikkelde land nu rijk is, pleit niemand voor de dictatuur van de sharia. Integendeel,  de gewone burgerlijke vrijheden, die zij kennen van de satellietzenders uit de vele buitenlanden, is wat hen aantrekt. En over religie praten ze ook vrijuit. De een verklaart zich openlijk atheïst, de ander beschouwt zich wel moslim, maar heeft toch meer op met de vreedzame profeet Isa (Jezus) dan met de soms gewelddadige Mohammed. En tegelijk kan een orthodoxe vrouw zich terugtrekken in de zijkamer om haar avondgebeden te doen op een rein vloerkleedje.


Meningsverschillen binnen één familie die met elkaar in vrede en respect leeft. Toch zijn ze het over een ding wel eens: geen revolutie in Iran please, geen oorlog, wel een vreedzame evolutie.


Soms is het hard nodig om aan die ervaringen terug te denken als tegengif tegen de tv-beelden van extremisten die door godsdienstwaanzin gegrepen lijken. Je zou het niet meer geloven, maar één van de betekenissen van het woord ‘islam’ is vrede. Salaam, sjaloom.

ARNOLD VERPLANCKE

Geen opmerkingen: